Situering

Het dorp Rebild met daarbij Rebild Bakker ligt in de rode rechthoek. Het is niet ver van de snelweg E45 ongeveer 30km ten zuiden van Ålborg. Je kunt afslag 33 nemen en dan door Rold Skov ernaartoe rijden.
Dit is de beste !
Kunnen we de tekst op de telefoon niet wat dichter bij de afbeelding (=hoger) zetten
Deze afbeelding sluit goed aan tegen de Koptekst. Anderen doen dat niet.
Ik weet niet hoe het eruit ziet op de telefoon. Waarschijnlijk zijn er dan brede paddings langs de tekst?
Nu eens loop je op de dalbodem (op 375m), dan weer over een helling omhoog en vervolgens een tijd bovenlangs de rand van de hoogvlakte op 500m hoogte. Het hoogteverschil tussen de dalbodem en de plateaurand is ongeveer 125m. Dit voortdurend tot 125m klimmen, maakt het pad middelzwaar (dus vergelijkbaar met bijv. Harzer-Hexen-Stieg en Malerweg).
Je ziet dat onze regelafstand hierboven groot is!
.Löss. In dit kader is deze een stuk kleiner. Vooral op de telefoon ziet dat er prima uit.Je kunt dan veel tegelijkertijd op de telefoon zien. Maak hem daarom zoals hier. Het is een fijne, poederige grondsoort. De lössdeeltjes zijn iets groter dan kleideeltjes, maar veel kleiner dan zandkorrels. De löss is gemakkelijk te herkennen aan haar bruingele kleur en aan haar homogene, fijne structuur. Wrijf wat löss tussen je duim en wijsvinger en het voelt zacht aan als een perzikhuidje. De löss is niet gelaagd en vormt veelal een meters dik pakket. Het is net als dekzand een windafzetting. De löss is zeer vruchtbaar, houdt goed water vast en laat overtollig water vrij gemakkelijk door, ideale eigenschappen voor een landbouwbodem dus. Zie verder: www.geologievannederland.nl/…… |
In onderstaande kolom kan ik wel Koptekst en afbeelding en lijst zetten.
Hoe zet je er een rand omheen?
Hoe maak je padding links en rechts van de foto en ook bij de teksten?
Die Wacholderheiden oder Kalkmagerrasen wie sie korrekter heiszen, sind hier ein prägender Bestandteil der Landschaft. Hier wurde im Mittelalter Rodungen durchgeführt. Eine extensieve Beweidung u.a. mit Schafen und Ziegen verhindert die Wiederbewaltung.
Auf den wasser- und nährstoffarme Kalkböden konnten sich typische Pflanzen und Tiere ansiedeln. Diese Bewohner der Kalkmagerrasen haben sich durch mannigfaltige Anpassungen an die extremen Lebensbedingungen mit wenig Wasser, praller Sonne und kargen Boden eingestellt.
Eine Vielzahl seltener Arten findet auf den Wacholderheiden ihre letzte Zufluchtstätte.
.Pflanzen.
Hier kommen Orchideen- und Enzianarten vor. Viele weitere trockenheitsliebende Arten u.a.
– die Silberdistel (Carlina acaulis),
– die Küchenschelle (Pulsatilla vugaris) (=Wildemanskruid),
– die Gemeine Kugelblume (Globularia punctata).
.Tierwelt.
Auch diese kann mit zahlreichen Besonderheiten aufwarten. Es gibt vielen seltenen Schmetterling- und Heuschreckenarten. Ursachen hierfür sind die zahlreichen unterschiedlichen Kleinlebensräume. Blanker Fels und spärlich bewachsene Geröll- bzw. Rohbodenflächen wechseln sich ab mit kurzrasigen Bereichen oder Stellen, an denen die Vegetation dicht verfilzt ist.
Hecken und kleinere Wäldchen spielen vor allem für die Vögel eine große Rolle. Ideale Lebensbedingungen findet hier u.a. der Neuntöter (Grauwe klauwier). Während dieser seltene vogel sein Nest in Gebüschen anlegt, diene ihm die offenen Bereiche als Jagdrevier.
Deeltraject Pappenheim – Kelheim
Het gedeelte ten westen van Pappenheim valt tegen. Het wordt pas mooi in Pappenheim. Loop dus het deeltraject Pappenheim – Kelheim. Daarbinnen blinken drie trajectjes uit:
- Pappenheim – Eichstätt = de eerste twee etappes,
- Walting – Kipfenberg = gedeelte van de derde etappe,
- Riedenburg – Kelheim = zesde etappe. Hier stijgen de gladde, tot 40m hoge rotswanden direkt uit de rivier op.
6 Etappes 132 km
1 | Pappenheim — Mörsheim | 21km |
2 | Mörnsheim — Eichstätt | 24km |
3 | Mörnsheim — Eichstätt | 19km |
4 | Kipfenberg — Beilngries | 24km |
5 | Beilngries — Riedenburg | 22km |
6 | Riedenburg — Kelheim | 22km |
Als je met een dagrugzakje loopt en de hoofdbagage laat bezorgen, duurt bovenstaande deeltraject 6 dagen.
Met trekkingrugzak en tent is bovenstaande etappe-indeling niet relevant. Je bent dan vrij in doen en laten en kunt ’s.avonds altijd wel een tentplek vinden. Je hebt dan wel ca. 2 dagen méér nodig, omdat je dan minder kilometers per dag aflegt.
Moeilijkheidsgraad
Het zijn middelzware dagwandelingen, vanwege:
- kilometers per dag (zie tabel hierboven) en
- de totale stijging door nogal wat korte klimmen (zie hoogteprofiel bovenaan).
video’s
ARD Mediathek heeft lange video
https://www.ardmediathek.de/video/traumpfade/der-altmuehltal-panoramaweg (44min)
Mijn beoordeling
De Altmühltal-Panoramaweg is net als Rheinsteig, Harzer-Hexen-Stieg en Malerweg een échte top-trail.
(De lijst van www.top-trails-of-germany.de is echter erg misleidend. Ze is louter reclame. Hermannshöhen, Rothaarsteig en Eifelsteig zijn niet echt mooi.)
Hoogtepunten: zeer veel
- Pappenheim
- ridderburcht.
- Solnhofen
- beroemde vindplaats van fossielen.
- Solabasilika: resten van basiliek uit de Karolingische tijd.
- Zwölf Apostel :
- formatie van Dolomietrotsen
- Eichstätt:
- mooie barokke binnenstad.
- het Juramuseum met de Archäopteryx.
- Voormalige Romeinse Limes (grens) met wachttoren :
- Video: schaetze-der-welt/der-limes
- Beilngries:
- Schloss Hirschberg.
- oud stadje met steegjes en pleintjes.
- stadsmuur met negen torens.
- Riedenburg:
- de Rosenburg en twee ruïnes.
- Weltenburg:
- kloostercomplex langs de Donau.
- Donaudurchbruch Weltenburger Enge
- Kelheim:
- een restant van de oude stadsmuur met 4 vestingstorens en 3 poorttorens.
- oude Kanaalhaven en imposante Befreiungshalle.


Beste perioden
.Klimastation NÜRNBERG. | apr | mei | jun | jul | aug | sep | okt |
Gem. max. temperatuur °C | 15 | 20 | 23 | 25 | 25 | 19 | 14 |
Maandsom neerslag mm | 38 | 53 | 66 | 79 | 56 | 48 | 54 |
( Gem. max. temp. De Bilt ) | 14 | 18 | 20 | 23 | 23 | 19 | 15 |
De beste maanden zijn mei, juni en na de zomer in september ( in september is het al wel vroeg donker!).
In de tussenliggende maanden (juni, juli en augustus) wordt het op Klimastation Nürnberg 25 graden en dus te warm om hele dagen te lopen.
(Om dit klimaat te kunnen vergelijken met het onze, heb ik onderaan een rij toegevoegd met de temperatuur in De Bilt.)
Bevoorrading
Levensmiddelen : geen probleem. Er waren voldoende dorpjes met een winkeltje.
Drinkwater : altijd de veldflessen vullen in de dorpjes. Onderweg kom je weinig huizen tegen.
Routemarkering
Duitsland heeft meestal zeer goede markering in het terrein. Ook hier is dat het geval.
Wildkamperen (bivak)
Niet bij ieder dorp was er een camping, maar bivakkeren langs de rivier was goed te doen. Vul in dat geval vooraf je veldflessen met drinkwater bij een huis.
Men verzekerde mij dat de Altmühl goede kwaliteit zwemwater heeft, ondanks dat het er troebel uitzag door het vele slib.
(Een nachtje bivakkeren, d.w.z. ’s.avonds de trekkerstent opzetten en ’s.morgens weer afbreken, geeft in Europa in dergelijk landelijk gebied geen problemen.
Bezoek ook de dorpjes
Dit langeafstandspad passeert een aantal dorpjes rakelings. Maak in dat geval een kleine Abstechter (‘afsteker’, uitstapje) daarnaartoe. Loop bijv. even dóór Rieshofen (ten oosten van Eichstätt) en zie daar de Burgfried aan de rivier. Alleraardigst!


Het lieflijke dal van de Altmühl
Midden in Bayern ligt dit romantische dal met steile rotsen, zonnige jeneverbesheiden en lichte beukenbossen.
In Pappenheim zijn er de middeleeuwen nog tastbaar aanwezig en Eichstatt en Weltenburg hebben bijzondere architectonisch bezienswaardigheden uit de barok.
Vlak vóór Kelheim is een doorbraakdal: Weltenburger Enge (Ook bij de Rheinsteig zagen we een doorbraakdal.)
Het Altmühltal is daarnaast ook nog zeer beroemd bij verzamelaars van fossielen. Bekende vondsten zijn de skeletten van archeopteryxen (oervogels). Ze zijn te bewonderen in de musea van Solnhofen en Eichstätt.
ln dit mooie dal wordt vanzelfsprekend veel gerecreëerd. Zowel Bootwandern (=kanoën), Radeln, als Wandern. De eerste twee blijven op de dalbodem. Het panoramapad komt echter ook op de hellingen en plateauranden. Daardoor is een wandeltrektocht hier echt ideaal.
Langeafstandspaden langs rivierdalen
Rheinsteig | Altmühltal–Pan… | |
schepen | veel | geen |
auto’s / treinen | veel | weinig |
bebouwing | veel | weinig |
mooie dorpjes | enkele | veel |
diep ingesneden dal | > 200 m | >100 m |
droge, warme, zonnige hellingen | 600 mm/jaar | 700 mm/jaar |
wijngaarden | ja | nee |
plateau | niet bijzonder | niet bijzonder |


Hier stijgen de gladde, tot 40 m hoge, rotswanden direkt uit de rivier op.
Wacholderheiden (Jeneverbesheiden)
Die Wacholderheiden oder Kalkmagerrasen wie sie korrekter heiszen, sind hier ein prägender Bestandteil der Landschaft. Hier wurde im Mittelalter Rodungen durchgeführt. Eine extensieve Beweidung u.a. mit Schafen und Ziegen verhindert die Wiederbewaltung.
Auf den wasser- und nährstoffarme Kalkböden konnten sich typische Pflanzen und Tiere ansiedeln. Diese Bewohner der Kalkmagerrasen haben sich durch mannigfaltige Anpassungen an die extremen Lebensbedingungen mit wenig Wasser, praller Sonne und kargen Boden eingestellt.
Eine Vielzahl seltener Arten findet auf den Wacholderheiden ihre letzte Zufluchtstätte.
.Pflanzen.
Hier kommen Orchideen- und Enzianarten vor. Viele weitere trockenheitsliebende Arten u.a.
– die Silberdistel (Carlina acaulis),
– die Küchenschelle (Pulsatilla vugaris) (=Wildemanskruid),
– die Gemeine Kugelblume (Globularia punctata).
.Tierwelt.
Auch diese kann mit zahlreichen Besonderheiten aufwarten. Es gibt vielen seltenen Schmetterling- und Heuschreckenarten. Ursachen hierfür sind die zahlreichen unterschiedlichen Kleinlebensräume. Blanker Fels und spärlich bewachsene Geröll- bzw. Rohbodenflächen wechseln sich ab mit kurzrasigen Bereichen oder Stellen, an denen die Vegetation dicht verfilzt ist.
Hecken und kleinere Wäldchen spielen vor allem für die Vögel eine große Rolle. Ideale Lebensbedingungen findet hier u.a. der Neuntöter (Grauwe klauwier). Während dieser seltene vogel sein Nest in Gebüschen anlegt, diene ihm die offenen Bereiche als Jagdrevier.
SNP Natuurreizen

Zie: www.snp.nl/reis/… en voor de andere wandelvakanties in Duitsland: www.snp.nl/reizen/…
Hun wandelreizen met een zwaarte van 1 of 2 zwarte cirkeltjes komen het beste overeen met mijn wandelingen. Je maakt dan niet te veel wandeluren en hoogtemeters per dag.
Beste wandelgids
Hikeline Wanderführer:
Altmühltal-Panoramaweg
Verlag Esterbauer
Deelkaartjes zijn acceptabel.
Schaal is 1: 35.000
1 cm = 350 m 3 cm = ± 1 km
Er zijn meerdere wandelgidsen.
Hikeline is veruit de beste
Mooiste dagwandelingen Altmühltal
- Drei Berge über Beilngries (5 uur) in Rother Wanderführer “Altmühltal”
- Befreiungshalle und Keltenwall (5.30 uur) in Rother Wanderführer “Rund um Regensburg“
Zie hiervoor: Reisboekwinkel De Zwerver
Beste websites
Na een tijd functioneren sommige linken niet meer. De pagina is dan mogelijk verplaatst of verwijderd. Googel dan naar de naam van de website samen met het woord altmühltal-panoramaweg. Als ze alleen verplaatst was, vind je ze dan wel weer.
.Löss. In dit kader is deze een stuk kleiner. Vooral op de telefoon ziet dat er prima uit.Je kunt dan veel tegelijkertijd op de telefoon zien. Maak hem daarom zoals hier. Het is een fijne, poederige grondsoort. De lössdeeltjes zijn iets groter dan kleideeltjes, maar veel kleiner dan zandkorrels. De löss is gemakkelijk te herkennen aan haar bruingele kleur en aan haar homogene, fijne structuur. Wrijf wat löss tussen je duim en wijsvinger en het voelt zacht aan als een perzikhuidje. De löss is niet gelaagd en vormt veelal een meters dik pakket. Het is net als dekzand een windafzetting. De löss is zeer vruchtbaar, houdt goed water vast en laat overtollig water vrij gemakkelijk door, ideale eigenschappen voor een landbouwbodem dus. Zie verder: www.geologievannederland.nl/…… |

A. Reconstructie van de toestand vóór de onthoofding.
(grijs = diepliggende zijdalen van de Rijn, lager dan 700 m)
- aaaa
- bbbb
- cccc
- dddd

B. Huidige toestand. Bij 1 is de plaats van de onthoofding.
(grijs = diepliggende zijdalen van de Rijn, lager dan 700 m)

C. Huidige toestand. Overzicht op kleinere schaal.
(grijs = dal van de Rijn en zijrivieren, lager dan 500 m)
Stiles (=overstapjes)
Op de meeste plaatsen heeft men prachtige nieuwe “stiles“. Ze zijn van zwart gerecycled plastic en aluminium. Dus zeer duurzaam.
Daarnaast ook gebruiksvriendelijk. Je loopt er soepel met een grote rugzak overheen.
Hier zouden de meeste nederlandse terrein- beheerders maar eens moeten komen kijken. Van zowel markering als overstapjes kunnen
ze nog heel wat leren.

From coast to coast across England

De Coast to Coast Walk (C2C) is een veel belopen langeafstandspad door Noord-Engeland.
Terwijl de meeste paden door een groep mensen gemaakt zijn, is de Coast to Coast Walk het werk van één man: Alfred Wainwright (AW).
Deze bekende wandelgidsjesschrijver had begin jaren 70 de Pennine Way, gelopen en die route was hem niet goed bevallen. Hij wilde daarom zelf een interessanter en gevarieerder route maken over veel vriendelijker terrein. Zo’n traject vond hij tussen St Bees (aan de Ierse Zee) en Robin Hood’s Bay (aan de Noordzee).
Ze passeert daarbij maar liefst drie Nationale parken namelijk:
Gendarme

Na WO I werd de grens tussen Duitsland en Denemarken voor de zoveelste keer gewijzigd. Een volksreferendum koos de Flensburger Förde als grens.
Vanaf toen patrouilleerden aan de Deense zijde de blauwgeklede grenswachters. Deze patrouille te voet hield op eind vijftiger jaren.
Tegenwoordig kunnen wij er ook een mooie wandeltrektocht maken, want de oude
patrouillepaadjes zijn samengevoegd tot een langeafstandspad.
Het woord “gendarme” komt van het Franse “gens d’armes” (bewapende mannen). De Franse gendarmen waren elitesoldaten en in de 15 e eeuw lijfwachten van de koning. Later ook helper van de politie in kritische situaties (zie ook Gendarmerie).
Koptekst H5 gebruiken:
Wacholderheiden (Jeneverbesheiden)
Die Wacholderheiden oder Kalkmagerrasen wie sie korrekter heiszen, sind hier ein prägender Bestandteil der Landschaft. Hier wurde im Mittelalter Rodungen durchgeführt. Eine extensieve Beweidung u.a. mit Schafen und Ziegen verhindert die Wiederbewaltung.
Auf den wasser- und nährstoffarme Kalkböden konnten sich typische Pflanzen und Tiere ansiedeln. Diese Bewohner der Kalkmagerrasen haben sich durch mannigfaltige Anpassungen an die extremen Lebensbedingungen mit wenig Wasser, praller Sonne und kargen Boden eingestellt.
Eine Vielzahl seltener Arten findet auf den Wacholderheiden ihre letzte Zufluchtstätte.
Pflanzen:
Hier kommen Orchideen- und Enzianarten vor. Viele weitere trockenheitsliebende Arten u.a.
- die Silberdistel (Carlina acaulis),
- die Küchenschelle (Pulsatilla vugaris) (=Wildemanskruid),
- die Gemeine Kugelblume (Globularia punctata)
Tierwelt:
Auch diese kann mit zahlreichen Besonderheiten aufwarten. Es gibt vielen seltenen Schmetterling- und Heuschreckenarten. Ursachen hierfür sind die zahlreichen unterschiedlichen Kleinlebensräume. Blanker Fels und spärlich bewachsene Geröll- bzw
Wacholderheiden (Jeneverbesheiden)
Die Wacholderheiden oder Kalkmagerrasen wie sie korrekter heiszen, sind hier ein prägender Bestandteil der Landschaft. Hier wurde im Mittelalter Rodungen durchgeführt. Eine extensieve Beweidung u.a. mit Schafen und Ziegen verhindert die Wiederbewaltung.
Auf den wasser- und nährstoffarme Kalkböden konnten sich typische Pflanzen und Tiere ansiedeln. Diese Bewohner der Kalkmagerrasen haben sich durch mannigfaltige Anpassungen an die extremen Lebensbedingungen mit wenig Wasser, praller Sonne und kargen Boden eingestellt.
Eine Vielzahl seltener Arten findet auf den Wacholderheiden ihre letzte Zufluchtstätte.
.Pflanzen.
Hier kommen Orchideen- und Enzianarten vor. Viele weitere trockenheitsliebende Arten u.a.
– die Silberdistel (Carlina acaulis),
– die Küchenschelle (Pulsatilla vugaris) (=Wildemanskruid),
– die Gemeine Kugelblume (Globularia punctata).
.Tierwelt.
Auch diese kann mit zahlreichen Besonderheiten aufwarten. Es gibt vielen seltenen Schmetterling- und Heuschreckenarten. Ursachen hierfür sind die zahlreichen unterschiedlichen Kleinlebensräume. Blanker Fels und spärlich bewachsene Geröll- bzw. Rohbodenflächen wechseln sich ab mit kurzrasigen Bereichen oder Stellen, an denen die Vegetation dicht verfilzt ist.
Hecken und kleinere Wäldchen spielen vor allem für die Vögel eine große Rolle. Ideale Lebensbedingungen findet hier u.a. der Neuntöter (Grauwe klauwier). Während dieser seltene vogel sein Nest in Gebüschen anlegt, diene ihm die offenen Bereiche als Jagdrevier.
1. DE WESTKUST/BINNENLAND – GRADIËNT
Stuwingsregen: Bergen kunnen regen veroorzaken namelijk stuwingsregen: Relatief warme, vochtige lucht van zee stijgt op tegen de helling van een berg. Maar als de lucht stijgt, koelt ze af. De waterdamp condenseert dan tot druppels, vormt wolken, en het gaat regenen. Aan de lijzijde van het gebergte (in het binnenland) daalt de lucht, warmt op en wordt droger (föhn). Hoe hoger de berg, hoe sterker dit proces zich voordoet. ![]() |
De bergketen die van zuid naar noord door Noorwegen loopt, werkt als een geweldige klimaatscheiding: Bij de overheersende westenwinden valt er (door stuwingsregens) veel neerslag aan de westkust (1500 – 4000 mm neerslag per jaar). Aan de lijzijde van het gebergte (in het binnenland) is het echter op veel plaatsen door föhn uitgesproken droog (minder dan 500 mm) ![]() We kunnen deze gradiënt met een autoritje illustreren: (zie ook dwarsdoorsnede hierboven) We beginnen bij de monding van de Sognefjord. De westenwind brengt er vandaag langdurig regen en de temperatuur blijft laag, bijv. 15 º C.Bij Laerdal aangekomen is het droog. Laerdal is het binnenste fjordeinde en een klimaatoase met slechts 400 mm neerslag per jaar.Rijden we verder oostwaarts op de fjelweg naar Valdres, dan begint het opnieuw te regenen, maar nu nog slechts een beetje.In Fagernes (Valdres) aangekomen, is het echter droog en maar liefst 20ºC. Er is daar föhn (een droge, warme valwind). Ditzelfde geldt eveneens verder oostwaarts voor Hamar (Gudbrandsdalen) en Elverum (Österdalen). |
De bergketen die van zuid naar noord door Noorwegen loopt, werkt als een geweldige klimaatscheiding:
Bij de overheersende westenwinden valt er (door stuwingsregens) veel neerslag aan de westkust (1500 – 4000 mm neerslag per jaar).
Aan de lijzijde van het gebergte (in het binnenland) is het echter op veel plaatsen door föhn uitgesproken droog (minder dan 500 mm)
We kunnen deze gradiënt met een autoritje illustreren:
(zie ook dwarsdoorsnede hierboven)
We beginnen bij de monding van de Sognefjord. De westenwind brengt er vandaag langdurig regen en de temperatuur blijft laag, bijv. 15 º C.Bij Laerdal aangekomen is het droog. Laerdal is het binnenste fjordeinde en een klimaatoase met slechts 400 mm neerslag per jaar.Rijden we verder oostwaarts op de fjelweg naar Valdres, dan begint het opnieuw te regenen, maar nu nog slechts een beetje.In Fagernes (Valdres) aangekomen, is het echter droog en maar liefst 20ºC. Er is daar föhn (een droge, warme valwind). Ditzelfde geldt eveneens verder oostwaarts voor Hamar (Gudbrandsdalen) en Elverum (Österdalen).