Terschelling, langgerekt waddeneiland
Terschelling is met een lengte van 28 km en een breedte van bijna 4 km, het op een na grootste Nederlandse Waddeneiland.
Het heeft een karakteristieke langgerekte vorm met:
- in het westen een enorme strandvlakte, de Noordsvaarder,
- in het midden een groot duingebied en een polder ten zuiden daarvan,
- in het oosten een uitgestrekt kweldergebied, de Boschplaat.
Je bent er overal dicht bij de Noordzee en dicht bij de Waddenzee en toch is het een groot eiland, want het is heel lang. En dankzij die grote lengte heb je het grote verschil tussen de drukke westkant, waar de boot aankomt, en de oostkant waar helemaal geen kip woont.
Terschelling is het mooiste waddeneiland met een staalkaart van alles wat de wadden te bieden hebben: strand, duin, polders, kwelders, natuur en cultuur en genoeg wind om uit te waaien.
Strandrecreatie, fietsen en wandelen
Op zo’n waddeneiland zijn drie zaken belangrijk:
- het strand, dus zon, zee en zand,
- daarnaast wordt er veel gefietst op speciaal daarvoor aangelegde fietspaden,
- en tenslotte wordt er gewandeld.
Veel verschillende landschappen
Met een wandeling van een paar kilometer kun je op een waddeneiland van het strand(1), naar de duinen(2), door de polder(3), over de kwelder(4), naar het wad(5). Onderweg passeer je nog bos(6) en dorp(7). Nergens ter wereld is de variatie aan landschappen zo groot. En bij elk landschap horen weer kenmerkende planten en dieren.

Baai Dellewal, de enige natuurlijke baai in Nederland

Schelpenfietspad aan de bosrand ten noorden van De Walvis. Je kijkt naar het zuiden.
Rechts van de bomen ligt het Groene Strand.

Een saai stuk dennen in het Hoornsebos. Doordat SBB (Slechtbosbeheer) dergelijke monocultures niet voldoende dunt , kunnen inheemse bomen, struiken en kruiden niet spontaan opslaan. Op deze manier wordt de omvorming naar een mooi inheems gemengd bos belemmerd.
Denk aan verrekijker !
Terschelling staat bekend om zijn rijkdom aan vogels.
Bevoorrading
Levensmiddelen: geen probleem. West-Terschelling, Midsland, Formerum en Lies hebben een supermarkt.
Drinkwater: Er was voldoende bebouwing onderweg, waar je dat kunt vragen.
Wildkamperen
Een nachtje bivakkeren (‘s.avonds de trekkerstent opzetten en ’s morgens weer afbreken) is verboden en overtreding wordt beboet.
Extra wandeldag op Vlieland
Zie hiervoor: Wandeling Vlieland.
Oost-Vlieland behoort tot de allermooiste dorpen van Nederland. Zie hiervoor:
De allermooiste dorpen van Nederland,
Quinten Lange,
Uitgeverij ANWB, 2020
Reisboekwinkel de Zwerver
Wandelweer
www.weersvoorspelling.nl/…
Het waait op de waddeneilanden normaliter harder dan in het binnenland.
Als bijv. de westenwind in het binnenland matig (3 of 4 Beaufort) is, dan is hij langs de kust (en op het IJsselmeer) vrij krachtig of krachtig (5 of 6 Bft).
Neem daarom een goede windjack of dikke fleece jack mee en ga bij voorkeur naar deze eilanden bij zwakke of matige wind (dus 4 of minder Beaufort)
Waddeneilanden: barrière-eilanden
Ze hebben merendeels een vergelijkbare structuur. Ze bestaan uit één of meer strandwallen waarop zich duinen hebben gevormd. In de luwte van deze strandwallen konden kwelders tot ontwikkeling komen.
1. Bij Terschelling en de oostelijker gelegen eilanden zijn deze kwelders in het westelijke deel van het eiland ingepolderd; in het oosten zijn de kwelders nog vrij toegankelijk voor de zee.
2. Op deze eilanden is ook het westelijke deel van het duingebied het oudst en het meest ontwikkeld.
Deze verschillen binnen elk eiland zijn te verklaren uit de geleidelijke oostwaartse verplaatsing van deze eilanden.
Nuttige websites
Wandelgids

Wandelen op Terschelling
VVV Terschelling
Zes gemarkeerde wandelroutes van 4 tot 8 km. Ze zijn lusvormig, dus je eindigt weer bij het startpunt.
Wandelgids

WADDEN De Natuurgids
Dirk Hilbers, 2019
Drukkerij Tienkamp, Groningen.
Dit boek heeft veel achtergrondinfo over:
- het landschap van het waddengebied
- de flora en fauna,
- wandel- en fietsroutes op alle eilanden.
Topografische kaart

Topografische kaart Terschelling 1:25.000
Neem per se deze kaart vanwege de vele kleine percelen en het uitgebreide padenstelsel.
(Neem dus niet Staatsbosbeheerkaart of VVV Wandel- en fietskaart. Ze zijn allebei een stuk slechter.)
1
1. De Noordsvaarder 3 uur
Unieke rondwandeling
De Noordsvaarder-wandeling behoort net als de Hors-wandeling op Texel tot de mooiste van onze waddeneilanden.
- 3 uur (zuivere looptijd)
Als je in een dagrugzakje een brandertje meeneemt, kun je onderweg ergens koffie of thee zetten. Zoek een mooie plek ergens uit de wind. Totale tijdsduur wordt dan 4 uur. - Lichte wandeling
- Startpunt: Paviljoen De Walvis.
- Drinkwater: voldoende meedragen.
- Geen markering in het terrein, maar de topografische kaart samen met de onderstaande routebeschrijving zijn voldoende.
- Verrekijker meenemen. Op de waddeneilanden zijn veel vogels.

• Bron: https://topokaartnederland.nl/
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
De Noordsvaarder is een uitgestrekte strandvlakte met duintjes, duinen en stuifdijken. Voorheen was dit een zandplaat, die aan het eiland is vastgegroeid.
In de 50-er jaren zijn twee stuifdijken aangelegd:
1. de noordelijke stuifdijk (de zeereep in de kaart)(1) en
2. de zuidelijke stuifdijk (Deze zuidelijke is meer een complex van parallelle dijkjes waartussen een aantal langwerpige valleien. )
Het door deze twee ‘dijken’ begrensde deel van de strandvlakte werd vanaf toen tot in 1995 als schietrange door de luchtmacht gebruikt.
.Routebeschrijving:.
- Start bij Paviljoen de Walvis.
- Loop een stukje noordwaarts langs het fietspad en vervolgens over een prachtig voetpaadje aan de westzijde van he Groene Strand. Zo heet deze duinvallei met beekje. (Aan de rijke begroeiing die als een groene deken over het zand ligt, ontleent het gebied waarschijnlijk zijn naam: het Groene Strand).
Rond 1800 vormde het Groene Strand de westgrens van Terschelling. Maar halverwege de 19de eeuw groeide de verderop in zee gelegen zandplaat de Noordsvaarder aan het eiland vast. Het strand kwam landinwaarts te liggen, raakte begroeid en kreeg de naam Groene Strand.
Omdat de zee nog vrij in- en uitstroomt, groeien er bijzondere planten en weidevogels als grutto en kievit broeden er jaarlijks. - Na 25 minuten ben je aan het noordpunt. Sla hier linksaf over een smalle zandweg en wandel noordwestwaarts op weg naar strandpaal 3.
- Waar het struweel langs het pad ophoudt, zie je aan de linkerzijde (=zuidzijde) enkele duinen. Klim daar op een van de toppen. Je bent dan ongeveer 20m boven NAP en hebt er een mooi uitzicht naar alle kanten.
Noordwaarts zie je de Kroonpolders (met een duinmeer). Het zijn geen echte polders, maar binnengedijkte strandvlaktes, die zich hebben ontwikkeld tot nauwelijks begaanbare duinvalleien. - Ga terug naar het zandweggetje en vervolg je route noordwestwaarts naar de zeereep (dit is de hoge duinenrij die grenst aan het strand).
- Steek deze over.
- Sla op het strand aangekomen linksaf (zuidwaarts) en loop naar strandpaal 1,000.
- Kijk hier in zuidoostelijke richting naar een rij strandpalen in de richting van Hp 0 op je topografische kaart.
- Iets verder links van Hp 0 zie je het uiteinde van een duinenrij.
- Loop daar heen en klim op de ongeveer 10 m hoge top.
- Daal opnieuw af en loop verder tussen lage duintjes in de richting van de zendmast van West-Terschelling.
- Halverwege moet je nog een laagte oversteken. (Men heeft daar een aantal paaltjes op een doorwaadbare plek gezet.)
- Tot slot: maak deze wandeling niet als er kans op mist is.

Paviljoen de Walvis aan het begin van het Groene Strand.

Tussen de strandvlakte van de Noordsvaarder (linksonder) en het oude eiland (rechts) heeft lang een geul gelopen. In het midden van de 19de eeuw is deze geul verzand en alleen het Groene Strand (de duinvallei met beekje) herinnert er nu nog aan.

Een gedeelte van de Noordsvaarder: (je kijkt naar het noorden)
Links zie je de hoge duinen van de zeereep en rechts een gedeelte van de bijna afgesnoerde strandvlakte met daarin een meer.
Duinmeer =
als het grondwater vrijwel het hele jaar boven het maaiveld staat.
Duinmoeras =
als er teveel plantengroei is om van open water (duinmeer) te kunnen spreken.
Natte duinvallei =
duinvallei waar de grondwaterstand hoog genoeg is om de plantenwortels het hele jaar door te bereiken. In de winter staan deze valleien doorgaans blank, in de zomer vallen ze droog.
Stuifdijk =
een kunstmatig opgestoven duinenrij.
Op plekken waar het samenspel tussen zand en wind zelf geen duinenrij vormt, kan de mens de natuur een handje helpen door een stuifdijk aan te leggen. Met behulp van riet- of takkenschermen, geplaatst in een lange rechte lijn, vangt men zand in om het vervolgens vast te leggen door helm aan te planten.
Zeereep =
duinenrij die grenst aan het strand; buitenste duinenrij.
Noordsvaarder :
• Het zuidelijke deel van de Noordsvaarder is een grote strandvlakte. De veerboot vaart bij het naderen van Terschelling erlangs. Deze strandvlakte is afgelopen eeuwen kilometers gegroeid. Dit in tegenstelling tot de oostpunt van het eiland, de Boschplaat, die afkalft.
• Op de Noordsvaarder zijn in de 50-er jaren twee stuifdijken aangelegd: de noordelijke stuifdijk(1) en het zuidelijke stuifdijkcomplex(2).
De laatste bestaat uit een complex van parallelle dijkjes waartussen een aantal langwerpige valleien, deels wel en deels niet volledig, ingesloten zijn geraakt.
12
2. Jan Thyssensdune en Jollemabosje 2½ uur
Unieke, korte rondwandeling
Deze wandeling behoort met de vorige tot de allermooiste van deze lijst.
Korte samenvatting:
Tussen de duinenrijen langs de Noordzee en de eendenkooien aan de Waddenzee, strekt zich een licht golvend, open duingebied uit, met een afwisseling van heidevelden, weilanden en een eigenaardig berkenbos.
- 2½ uur (zuivere looptijd)
(Neem in je dagrugzakje een brandertje mee om onderweg koffie of thee te zetten. Mooie pauzeplekjes zijn er voldoende te vinden. Totale tijdsduur wordt dan 3½ uur.) - Lichte wandeling
- Startpunt: Parkeerplaats aan het einde van de weg 1 km ten oosten van Oosterend.
- Drinkwater: Veldflessen vooraf vullen.
- Geen markering in het terrein, maar de topografische kaart samen met de onderstaande routebeschrijving zijn voldoende.
- Verrekijker meenemen. Op de waddeneilanden zijn veel vogels.

• Bron: https://topokaartnederland.nl/
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
Onderaan in de kaart zie je drie eendenkooien. Er zijn er 19 op Terschelling geweest.
Deze kooien langs de Waddenzee waren helemaal afhankelijk van de vogeltrek.
De trekvogels hadden gebrek aan zoet drinkwater en die vielen daarom hier in, meegelokt door de tamme kooieenden.
.Routebeschrijving:.
- Loop over de kruin van de Dwarsdijk noordwaarts.
- Bij de parkeerplaats rechtsaf (over het fietspad).
- Na enige tijd zie je rechts het Roosenlaantje en links een begraasd gebied met een metalen klaphekje.
- Ga door het klaphekje en loop door het begraasd gebied over een smal grasweggetje noordwaarts naar de berkjes en verder.
- Na ongeveer 1 km bij het fietspad rechtsaf.
- Bij paddestoel 22694 rechtsaf (zuidwaarts).
- Na ongeveer 600 m zie je een graspaadje links naar de top van een duin met een kattenrug: Jan Thijssensdune. Daar heb je een prachtig rondzicht.

- Keer om en bij de driesprong in het Jollemabosje linksaf naar het Kooijkerhuisje (het vroegere huisje van de eendenvanger) en verder.
We hebben hier een oud cultuurlandschap met eendenkooien en landbouwperceeltjes. Ze zijn omgeven door elzenhagen die vroeger het vee en de gewassen beschermden tegen de wind uit zee. De oorspronkelijke kavelstructuur is nog vrijwel in tact. - Na twee haakse bochten loop je linksaf over een grasweg naar de kwelder.
- Ga langs de smalle kwelderstrook naar de Wierschuur.
Op de grens tussen kwelder en wad kan in de waddenzee een klein kwelderklifje voorkomen. Het ontstaat door het afkalven van de kwelder tijdens stormen. De gelaagdheid van de zand- en kleilaagjes is hier goed zichtbaar.
(Vroeger werd zeegras uit de Waddenzee gebruikt als dakbedekking en voor dijkaanleg. In de herfst werd het wier binnengehaald, gedroogd en opgeslagen in dergelijke zogenaamde wierschuren). - Steek tot slot de dijk over naar de parkeerplaats.
Kwelder =
begroeid, buitendijks terrein aan de kust, dat alleen bij extreem hoog water (springtij of stormvloed) wordt overstroomd.
Er groeien daar zoutminnende planten die met hun stengels en bladeren slibdeeltjes invangen en zo de sedimentatie bevorderen. Zo slibt de kwelder op.
3
3. Tussen Griltjesplas en zee 1 uur
Korte rondwandeling
Deze wandeling is klein maar fijn! Bijna de hele route gaat over een smal, bochtig paadje, waarbij je twee duinvalleitjes oversteekt.
De oostelijke, droge vallei heeft een heidebegroeiing (lichtpaars op de kaart).
De westelijke heeft een kruipwilgenstruweel en kan in het winterhalfjaar te nat zijn om over te steken. ’s Zomers is dit echter geen probleem.
- 1 uur (zuivere looptijd)
- Startpunt: De bocht in het fietspad aan de bosrand van het Donkere Bos.
- Drinkwater: voldoende meedragen.
- Geen markering in het terrein, maar de topografische kaart samen met de onderstaande routebeschrijving zijn voldoende.
- Verrekijker meenemen. Op de waddeneilanden zijn veel vogels.

• Bron: https://topokaartnederland.nl/
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
.Routebeschrijving:.
- Parkeer je fiets langs het fietspad aan de bosrand van het Donkere Bos.
- Loop naar de zuidelijke afvoer van de Griltjesplas.
- Loop daar over een paadje door het struweel westwaarts.
- Na 50 m, op de plek waar het struweel ophoudt, sla je linksaf over een bochtig, smal paadje.
- Na korte tijd zie je links een zandweggetje. Blijf echter rechtdoor lopen over je paadje.
- Steek de twee duinvalleien over:
De eerste is een droge. Ze is met heide begroeid.
De tweede is een natte duinvallei.
(dat is een duinvallei waar de grondwaterstand hoog genoeg is om de plantenwortels het hele jaar door te bereiken In de winter staat deze vallei doorgaans blank, in de zomer valt ze droog.)
Ze heeft laagblijvend wilgenstruweel. - Klim over de zeereep (= duinenrij die grenst aan het strand).
- Sla op het strand rechtsaf en loop naar strandpaal 5,000
- Je ziet in de buurt van strandpaal 5,000 een lange zwarte paal boven op de zeereep staan.
- Loop naar die paal toe en daarna verder oostwaarts naar beneden.
- Aan de andere zijde van de zeereep zie je een denneboom. (Vroeger was deze volgehangen met gevonden voorwerpen).
- Steek opnieuw de twee duinvalleien over.
- Ten noordwesten van de Griltjesplas heb je prachtig uitzicht over het meer.
- Tot slot weer naar de afvoer van het meer en het schelpenfietspad.

Staande op de zeereep kijk je vooral bij eb naar het brede strand en de zee.
De zeereep (soms buitenduinen genoemd) is de hoge duinenrij die grenst aan het strand. Hier vinden we nog stuivend zand. Helm is er de grote zandvanger en zandvasthouder.
Duinmeer =
als het grondwater vrijwel het hele jaar boven het maaiveld staat.
Duinmoeras =
als er teveel plantengroei is om van open water (duinmeer) te kunnen spreken.
Natte duinvallei =
duinvallei waar de grondwaterstand hoog genoeg is om de plantenwortels het hele jaar door te bereiken. In de winter staan deze valleien doorgaans blank, in de zomer vallen ze droog.
Primaire duinvallei =
duinvallei ontstaan door afsnoering van een strandvlakte.
Secundaire duinvallei = later uitgeblazen vallei.
Stuifdijk =
een kunstmatig opgestoven duinenrij.
Op plekken waar het samenspel tussen zand en wind zelf geen duinenrij vormt, kan de mens de natuur een handje helpen door een stuifdijk aan te leggen. Met behulp van riet- of takkenschermen, geplaatst in een lange rechte lijn, vangt men zand in om het vervolgens vast te leggen door helm aan te planten.
Vloedmerk =
een streep van aanspoelsel (rommel, wieren, schelpen) langs het hele strand.
Als het water aan het eind van de vloed op z’n hoogst is, blijft de waterlijn een tijdje op dezelfde plek. Alles wat in de branding heen en weer rolt heeft dan de tijd om aan te spoelen. Zo krijg je een vloedmerk. Vaak zijn er meer vloedmerken op het strand. De wind is niet altijd even hard, en dus komen de aanspoelsels niet altijd even ver.
Zeereep =
duinenrij die grenst aan het strand; buitenste duinenrij.
4
4. Doodemanskisten + Seinpaalduin 1 uur
Korte rondwandeling
Dit is een paaltjeswandeling uit de bovenaan genoemde wandelgids Wandelen op Terschelling
Daar vind je ook achtergrondinformatie over deze wandeling.
- 1 uur (zuivere looptijd)
- Startpunt: Paviljoen De Walvis.
- Drinkwater: voldoende meedragen.
- Markering in het terrein: paaltjes met rode bordjes.
- Verrekijker meenemen. Op de waddeneilanden zijn veel vogels.
- Routebeschrijving: zie bovengenoemde wandelgids.

• Bron: https://topokaartnederland.nl/
• Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.

Tussen de strandvlakte de Noordsvaarder ( linksonder) en het oude eiland (rechts) heeft lang een bevaarbare geul gelopen. In het midden van de 19de eeuw is deze geul verzand en alleen het Groene Strand (een duinvallei met beekje ) herinnert er nu nog aan.

Doodemanskisten, een duinmeertje.

Seinpaalduin, een bekend uitzichtpunt.